Beeldhouwen in Steen
Het beeldhouwen in steen is een eeuwenoude techniek.
Tot op heden wordt de steenbewerking via de klassieke hamer en beitel nog altijd op de zelfde manier beoefend.
De confrontatie van de beeldhouwer met het weerbarstige materiaal leidt tot een uitdaging.
Het ontdekken van de steen, haar geaardheid, de ontwikkeling van de techniek, zijn uitgangspunten, om vandaaruit te komen tot het omzetten in vormentaal.
Het beste kan gewerkt worden aan de hand van een eenvoudig schetsontwerp, in bijvoorbeeld klei, was of gips.
Er kan gewerkt worden in zachte steensoorten, bijvoorbeeld speksteen en albast; in middelharde steensoorten, zoals Franse kalksteen, Belgische hardsteen en Carrara-wit-marmer.
Hiervoor zijn in het Beeldhouwatelier alle voorzieningen aanwezig, zoals werkbokken, een scala van electrische handgereedschappen, persluchtinstallatie met bijbehorende slijpapparatuur, en een hijsinstallatie met een capaciteit van 2000 kg.
Techniek van het beeldhouwen in steen
Een steenbeeldhouwer is een beeldhouwer, die voornamelijk werkt met natuursteen.
Hij werkt door materiaal te verwijderen en “houwt” daarmee een sculptuur.
Dit in tegenstelling tot de beeldhouwer die een plastiek maakt en dit met materiaal opbouwt.
Natuursteen bestaat in verschillende hardheden, van zacht (speksteen) tot hard (graniet).
Het hangt van de hardheid van de steen af hoe deze wordt bewerkt.
Een zachte steen kan al met rasp en schuurpapier worden bewerkt.
Harde steen kan handmatig of machinaal met beitels of slijpmachines worden bewerkt.
Het voordeel van het werken in steen, boven het werken in ander materiaal, zoals bv. brons, is o.a. dat het werken in steen veel directer is; bij bronsgieten wordt het eindresultaat pas na meerdere tussenstappen bereikt, terwijl de steenbeeldhouwer dit voortdurend zelf in handen heeft.
Ook biedt het materiaal door de enorme scala aan steensoorten en daarmee oppervlakten en kleurnuances vele mogelijkheden voor de beoogde expressie.
In steen kan bovendien in zeer grote formaten worden gewerkt.
Bij “taille directe” houwt de beeldhouwer rechtstreeks in de steen, soms met een ruwe schets op papier, maar zonder veel te meten, waarbij het beeldhouwwerk gaandeweg ontstaat.
Het voordeel van deze methode is de spontaneïteit ervan, die de expressie ten goede kan komen. Een nadeel is de grote kans op onherstelbare fouten!
Om beter in de hand te houden hoe het eindresultaat er uit gaat zien, werkt een beeldhouwer met een gedetailleerd model. Dit model wordt geboetseerd, en voor de duurzaamheid afgegoten in gips.
Dit model wordt vervolgens op de zelfde schaal, of uitvergroot, uitgevoerd in steen.
Om een model één op één uit te voeren in steen, kan de beeldhouwer gebruik maken van passers of een puncteerapparaat, om de vormen en afmetingen exact te bepalen.